Somber
Ieder mens heeft wel eens een sombere bui of voelt zich een dagje ‘depressief’. Zo’n ‘dipje’ is echter iets anders dan een depressie. Een sombere bui werpt als een donkere wolk een tijdje een schaduw over ons leven en drijft dan vanzelf weer over. Een depressie verdwijnt echter niet zomaar en onttrekt dag na dag de kleur en de zin aan ons bestaan. Wanneer is er nu sprake van een bedrukte stemming of een tijdelijke inzinking en wanneer spreken we van een echte depressie?
Twee verschijnselen zijn zo kenmerkend voor een depressie, dat in elk geval één daarvan aanwezig moet zijn. En dan niet eventjes, maar gedurende een langere periode en tijdens het grootste deel van de dag. Die twee symptomen zijn: in een sombere stemming verkeren, zich leeg voelen; geen interesse en plezier meer hebben in alle of bijna alle activiteiten.Behalve deze twee hoofdkenmerken zijn er nog zeven klachten of symptomen die kunnen wijzen op een depressie: een gevoel van waardeloosheid of schuldgevoelens; slaapstoornissen: te weinig of juist te veel slapen; verminderde of grotere eetlust/duidelijke gewichts-verandering; gebrek aan energie/ernstige vermoeidheid; concentratieproblemen of besluiteloosheid; traagheid in denken en handelen of juist aanhoudende lichamelijke onrust; terugkerende gedachten aan de dood of aan zelfdoding.Heeft u behalve één of beide hoofdkenmerken ook een aantal van deze klachten, zijn deze al een aantal weken aanwezig en belemmeren zij u in het dagelijks leven, dan kan de dokter of de psycholoog vaststellen dat u aan een depressie lijdt. Bij een lichte depressie kunnen mensen veel baat hebben bij goede voorlichting of deelname aan een zelfhulp- groep. Heeft dit geen effect en duurt de depressie langer dan drie maanden of is er sprake van een matige depressie, dan is een verdergaande behandeling nodig. Die kan bestaan uit psychotherapie, medicijnen (antidepressiva), of een combinatie van beide. Bij een ernstige depressie zijn medicijnen het aangewezen middel, bij voorkeur samen met of gevolgd door psychotherapie.
Een doeltreffende vorm van psychotherapie bij depressie is cognitieve gedragstherapie. Dat is de conclusie van de zogeheten Multidisciplinaire Richtlijn Depressie uit 2009. Om u te helpen uw depressie de baas te worden, zal de cognitief gedragstherapeut vooral aandacht schenken aan uw gedrag en aan uw manier van denken. Om de kans op terugkeer van de depressie te verkleinen, zal hij of zij u ook technieken aanleren waarmee u zelf kunt voorkomen dat u weer depressief wordt.
Weer in beweging komen
Eén van de belangrijkste symptomen van depressie is verlies van interesse en plezier in activiteiten. Niet alleen de vervelende klussen schieten erbij in, maar ook hobby’s en andere leuke bezigheden. Naarmate de depressie ernstiger wordt, gaan mensen over het algemeen steeds minder goed functioneren binnen het gezin, op school of op het werk. Veel tijd wordt piekerend in bed of op de bank doorgebracht. Tijdens de therapie bekijkt de cognitief gedragstherapeut samen met u welke activiteiten u nog wel onderneemt. Daarna stelt u samen een actieplan op, waarbij het aantal activiteiten stapsgewijs wordt opgevoerd. Aanvankelijk zijn dat zeer kleine, eenvoudige taken (bijvoorbeeld zich opmaken of scheren na het opstaan), maar gaandeweg worden ze ingewikkelder (zoals kinderen helpen met huiswerk). Leuke activiteiten als een ijsje gaan eten, worden afgewisseld met taken die mogelijk minder aangenaam zijn, maar wel voldoening kunnen geven (bijvoorbeeld de afwas doen).
Anders leren denken
Depressieve mensen vinden zichzelf vaak minderwaardig, zien de toekomst uitermate negatief in en ervaren de wereld als bedreigend. Die opvattingen zijn echter meest- al niet terecht. Door middel van cognitieve therapie leert de therapeut u zulke verkeerde denkpatronen op te spo- ren en te beïnvloeden.Een middel hierbij zijn de zogenoemde zelfdiagnose- formulieren. Met behulp hiervan brengt u stelselmatig uw eigen gedachtegang in kaart en koppelt u die aan de situaties waarmee u problemen heeft. Later in de therapie komen daar gedragsexperimenten bij. Samen met de therapeut toetst u de verwachtingen die u heeft van de gevolgen van uw eigen gedrag: kloppen die wel met de werkelijkheid?
Terugval voorkomen
Bij depressie bestaat een zeker gevaar dat de symptomen later in uw leven opnieuw de kop zullen opsteken. Cognitieve gedragstherapie bij depressie is er daarom niet alleen op gericht om de bestaande klachten terug te dringen, maar ook om de kans op herhaling te verkleinen. U leert hoe u de symptomen van depressie tijdig kunt herkennen. Bovendien krijgt u een aantal vaardigheden aangereikt om zelf mee aan de slag te gaan wanneer de klachten opnieuw zouden opduiken.
Hoe lang duurt cognitieve gedragstherapie bij depressie?
Het is niet mogelijk precies aan te geven hoe lang psychotherapie bij depressie zal duren. De eerder genoemde Multidisciplinaire Richtlijn Depressie adviseert om naar een zo kort mogelijke behandeling te streven. Maar de richtlijn wijst ook op het belang van een duurzaam herstel. De duur van de behandeling verschilt daardoor van persoon tot persoon. Om terugval te voorkomen moet de therapie in elk geval langzaam worden afgebouwd.
Bron brochure depressie VGCt